donderdag 30 juni 2011

OP DE AARDGASLEIDING AAN TE SLUITEN BOMMEN


De 'bommen' van Johan Rumpt 

Wat zou een kunstenaar nu bezielen om bommen te maken en die tentoon te stellen? En wat moeten we met zulke dingen: ernaar kijken, erover nadenken of ze gebruiken? Hoewel het laatste tot de mogelijkheden behoort, is het toch niet aan te raden. Degene die de erbij geleverde gebruiksaanwijzing volgt, de gasleiding in zijn woning aan zo'n bom koppelt, gas en lucht in de meest explosieve verhouding mengt en vervolgens van het ontstekingsmechanisme gebruik maakt, kan dat niet navertellen. De zelfmoordmachine doet zijn werk en stuurt met een geweldige klap alles de lucht in. Wat dan overblijft zijn vele kleine partikels, waarin mens en omgeving met elkaar vermengd zijn geraakt. 

Dat het zover komt bij de bommen van Johan Rumpt is echter zeer onwaarschijnlijk. Hoewel de bommen, waarvan er een eenvoudig en een geavanceerd model bestaat, goed geconstrueerd zijn, zijn ze onbruikbaar gemaakt en letterlijk gebruik behoort ook niet tot de bedoelingen van de kunstenaar. Maar waarvoor maakte hij ze dan wel?  Model 1 (72 x 40 x 70 cm) is samengesteld uit de gastank van een auto, waaraan een luchtpomp, een gasslang en verschillende, kleine instrumenten en apparaten bevestigd zijn. De tank staat op pootjes en is in een egale, lichtgrijze kleur gespoten. Model 2 (85 x 60 x 70 cm) is op soortgelijke wijze opgebouwd en is eveneens grijs, maar bevat meer instrumenten en is uitgerust met een controlepaneel bovenop de tank. 

Beide bommen zien er als zakelijke dingen uit, maar ze hebben ook een gladde, bijna aaibare huid en lijken op varkentjes, die als nog net handzame huisdieren, om ons heen zouden kunnen scharrelen. Dit komt door het dikke lichaam van de tank, de gasslang die op een staart lijkt en de instrumenten die als zintuigen overkomen. De tweede bom heeft door zijn bedieningspaneel zelfs een hoofd gekregen, waarin een manometer en een controlelampje de interne gesteldheid van de machine kunnen aangeven. 

In deze werken blijkt dat Johan Rumpt een bijzondere verhouding tot de dingen heeft. Hij houdt van hun materialen, hun constructie en hun functie, maar gaat daarmee altijd op de loop. Hij knutselt aan ze en verandert ze net zolang, totdat ze iets anders zijn geworden. Hij haalt onderdelen af van het ene ding en voegt die toe aan het andere ding om objecten te maken die bezield lijken. Op een dergelijke wijze zijn ding en dier al eerder in zijn werk met elkaar verbonden geraakt. In 1997 maakte hij het beeld Zonder titel, een kruising tussen een gymnastiektoestel en een echt dier. Zijn lichaam is bespannen met een prachtig glanzende koeienhuid en hij staat trots op zijn vier stalen poten. 

Ook bij de bommen is een dergelijke kruising tussen ding en dier aanwezig om het werk tot leven te wekken. Alle delen van de bommen zijn in de winkel te koop of zijn voor reeds bestaande machines, zoals auto's, gemaakt. De kunstenaar verzamelde ze bij de sloop en zorgde er vervolgens voor dat de onderdelen konden werken. Daarvoor raadpleegde hij technici die vanuit hun vakkennis enthousiast mee gingen zoeken naar oplossingen. Alles moest zeer precies in elkaar worden gepast om de bom mogelijk te maken. 

De kunstenaar speelt hier weliswaar met de dingen, maar verheft dit spel tot hoge ernst om 'onzinnige' machines te maken die op de machinale werktuigen in onze dagelijkse werkelijkheid lijken. In ieder huis is wel een blikopener te vinden, vaak in twee varianten: een handbediende en een elektrische. In de garage staat een fiets naast een auto, beide vervoersmiddelen, waarvan de tweede meer geavanceerd, maar ook gevaarlijker is. Dit is de gang van de dingen in onze maatschappij. Ze worden steeds ingewikkelder en we hebben steeds meer apparatuur nodig om de meest gewone handelingen te verrichten. Als we al een elektrische vliegenmepper in huis hebben waarom, zo vraagt de kunstenaar zich ironisch af, zou er ook geen bom aanwezig zijn die te zijner tijd 'gebruikt' kan worden? 

Sinds 1999 speelt Johan Rumpt met het idee van de bommen. Aanvankelijk maakte hij er een van massief hout en staal; een beeld dus in de vorm van een bom. Uit 2000 bestaat er een foto van zijn vrouw met zo'n bom onder haar arm, alsof ze ermee naar haar werk op weg is. De gevaarlijke potentie van het ding wordt hier vooral door de vorm aangegeven, terwijl de foto benadrukt dat het om een gewoon gebruiksvoorwerp gaat. In 2002 construeerde Johan Rumpt een schietapparaat van staal, Sunstar genoemd, waarmee iemand zich van zijn overtollige apparatuur en huisraad als stofzuigers en kasten kan ontdoen, door ze weg te schieten. Hier komen gebruiksvoorwerpen en wapentuig op een speelse wijze bij elkaar. 

En op deze gedachte ging de kunstenaar verder door dingen en wapens nog meer met elkaar te verbinden. Elk ding in huis kan op meerder manieren gebruikt worden. Een pan functioneert goed om er eieren in te bakken, maar het is ook mogelijk om iemand er flink mee op het hoofd te slaan. En als het gasfornuis of de boiler ontploft, kan ons dat in een seconde naar het hiernamaals zenden. De bommen van Johan Rumpt zijn dan ook niet bijzonder, doordat ze ons letterlijk kunnen treffen. Hoe echt ze ook lijken door hun zorgvuldige constructie, ze zijn vooral fictionele en metaforische voorwerpen. De onderdelen die in hun gewone bestaan een gebruiksfunctie hebben, werden bij het samenstellen door de kunstenaar getransformeerd en daarmee in een werkelijkheid geplaatst, waar alles andere betekenissen kan hebben. Zo worden ze kunstvoorwerpen die als voornaamste functie hebben om naar gevaar en destructie te verwijzen. Want ook al is zo'n de tank niet met gas gevuld en heeft de kunstenaar de machine onbruikbaar gemaakt, de bom is zo gemaakt dat het onze fantasie wel 'tot ontploffing' kan brengen. 

  
Deze bommen zijn vooral in overdrachtelijke zin gevaarlijk, doordat ze metaforisch op het verlies van ons leven kunnen wijzen. En dit is ook nodig in de huidige, westerse wereld, meent de kunstenaar. Bijna elke dag zien we oorlogen op televisie, maar die zijn zo ver weg en zijn technisch zo geavanceerd en onpersoonlijk geworden dat de beelden nog het meest op computerspelletjes lijken. Terwijl in Irak regelmatig mensen ontploffen, soms door terreur en soms door de nog overal rondslingerende munitie, voelen wij ons redelijk veilig en vergeten alle gevaren in ons luxueus leven. 

Maar hoe mooi en gemakkelijk we dat leven ook inrichten, het gevaar van het verliezen ervan begeleidt eenieder die ook maar even durft na te denken. Met zijn werk wil Johan Rumpt dit bevorderen. Zijn bommen moeten ons aan de actuele politieke situaties doen denken en ons gevoel van solidariteit wekken voor mensen die elke dag in zeer gevaarlijke omgevingen moeten leven. Hun voornaamste functie is echter om het existentieel besef van de eindigheid van het leven in ons wakker te houden. 

Hier kan dan ook geen sprake zijn van autonome kunst. Deze werken zijn niet onaangenaam om te zien, maar ook niet echt mooi van vorm. Ze hebben een 'gewone' kleur en mengen zich gemakkelijk in de dagelijkse werkelijkheid. Door de manier, waarop ze tentoongesteld worden, zijn ze bovendien stevig verankerd in de hedendaagse economie, waarin alles koopwaar is. 

In een speciaal ervoor gemaakte winkelvitrine staan de bommen van Johan Rumpt nu op straat te kijk, net als het andere koopwaar in de nabijgelegen winkels. Op internet, tegenwoordig de grootste winkel, zijn hun prijzen gepubliceerd en ze kunnen dus gekocht worden. Degene die dit werkelijk doet, heeft echter geen ordinaire machine voor zelfdestructie, maar een poëtisch, mythisch voorwerp aangeschaft dat met zijn vele betekenissen diep in ons gevoel voor leven ingrijpt. 

KATALIN HERZOG 

Dit artikel werd in 2002 geschreven voor de tentoonstelling van Johan Rumpts bommen in Groningen.

Geen opmerkingen: