zaterdag 14 januari 2012

EEN DAG IN JE TOEKOMSTIG HUIS


Beschrijving van een dag in je toekomstig huis, naar aanleiding van Susan Greenfield, Tomorrow’s People, (2004)
Hoofdst. 2. 'Lifestyle: What will we see as reality?'

Tijd: een winterdag in 2084.
Plaats: een interactief huis in Zwitserland. 


-Het is acht uur 's-morgens en je virtuele butler Douglas heeft je net wakker gemaakt. Hij verschijnt op een scherm tegenover je cyberbed en wenst je goede morgen. Douglas kan je lichaamstaal en je gezichtsuitdrukking lezen. Hij ziet dat je nog wat suffig bent, dus zet hij koffie voor je via het automatische koffiezetapparaat. Vervolgens vertelt hij je de uitslag van de metingen die je bed die nacht gemaakt heeft.
-Niet alleen je bed is voorzien van sensors, maar er zijn ook chips in je lichaam geïmplanteerd die je lichaamsfuncties in de gaten houden. Je hartslag en bloeddruk zijn in orde, maar aan de elektrische activiteit van je hersenen kan Douglas zien dat je wat onrustig hebt geslapen. Was er die nacht een medisch probleem opgedoken, dan had hij je onmiddellijk gewekt en je naar het ziekenhuis laten vervoeren.
-Misschien is het een goed idee om het deze dag wat kalm aan te doen. Dat is ook mogelijk, want je hoeft vandaag niet te werken. Gisteren al heb je je virtuele alter ego de opdracht gegeven om een conferentie bij te wonen en daarna virtueel te dineren met je vakgenoten. Ten behoeve van het onderwerp van de conferentie heb je je alter ego in een jonge vrouw veranderd.
-Douglas geeft de huisrobot opdracht om je bed op te maken en je huis te reinigen, terwijl je je morgentoilet maakt. Het huis is niet groot en bevat enkele vertrekken die je van functie kan veranderen. En ook de huisrobot kun je met nieuwe onderdelen, die je per computer bestelt, aan je wensen aanpassen.
-In de badkamer was je je en je poetst je tanden. De wasbak vertelt je dat je tandvlees een beetje bloedt en maakt meteen een afspraak met de mondhygiënist. Je gaat naar de wc die je ochtendurine checkt op tekenen van diabetes. Er is gelukkig niets aan de hand en dat kan ook eigenlijk niet, want al voor je geboorte hebben ze de kapotte genen gerepareerd die mogelijk voor diabetes kunnen zorgen.
-Je trekt je kleren aan die niet alleen voorzien zijn van meetapparatuur die je temperatuur, hartslag en bloeddruk voortdurend meten, maar ook van allerlei gadgets, zoals een telefoon, mailfaciliteiten en een routeplanner (vandaag niet nodig).
-De weinige kleren die je hebt, passen perfect, want je hebt ze via de computer besteld, waarin je maten zijn opgenomen. Bovendien kun je ze met de goede sofware zo van snit en kleur veranderen. Wassen is niet nodig. Ze zijn gemaakt van slimme polymeren en geïmpregneerd met bacteriën die het vuil verteren en de nare geuren wegnemen.
-De huiskamer baadt in een winters licht. Daar heb je vandaag geen zin in, dus je geeft het commando ‘lentedag’ en de leds in de muren gloeien op in een zachtgele kleur. Op het plafond verschijnen vriendelijke wolkjes en er waait een lichte bries met de geur van bloemen door je kamer. Nu nog het uitzicht aanpassen. Op je commando veranderen de ramen van doorzichtig in een scherm dat een lentetuin laat zien. Op sommige muren gloeien beelden op van je familie en vrienden die je goedemorgen wensen.
-Voor het ontbijt loop je naar de keuken. De koelkast is welvoorzien, maar heeft gisteren gedetecteerd dat de melk en de boter bijna op zijn en heeft al een bestelling gedaan bij de supermarkt. Je eet geroosterd brood dat helemaal aan je dieet is aangepast. Al het voedsel is genetisch gemanipuleerd en voorzien van extra vezels, vitaminen en mineralen. Fast food is niet meer te koop. Met genetische manipulatie heb je geen problemen: Nu hoeft tenminste niemand meer honger te lijden
-Afgelopen tijd heb je iets teveel voedselpillen geslikt; nu moet je maar eens echt gaan koken. Je wilt vanavond wel een lekkere ovenschotel maken en je geeft je oven een seintje om het recept uit te printen. Dat is best een moeilijk gerecht dus vraag je assistentie van een virtuele chef die je ook vertelt dat de ovenschotel eigenlijk te vet is en daarom slecht voor je cholesterolspiegel. Gezien je leeftijd, je gewicht en je gezondheidstoestand zou je beter een groenteschotel met extra betacarotenen en onverzadigde vetten kunnen nemen. Maar vandaag is een bijzondere dag, dus je waagt het erop. Je gaat nog bij je virtuele shopper te rade voor de ingrediënten van je avondmaaltijd en zoals altijd geeft hij je nog extra raad om het voedsel te bereiden en levert de spullen aan de deur af.
-De huisrobot heeft de kamer aan kant, maar hij heeft de extra stoelen laten staan die je gisteren rond de tafel hebt geplaatst. Geen probleem, je verandert ze in de dressoir, waar vanuit ze eerder zijn getransformeerd.
-Dan wordt het tijd voor contact met je vrienden en familie. Je gaat in je cyberstoel zitten die je vertelt dat je een andere positie moet innemen om je rug te schonen. Vervolgens kijk je op het scherm tegenover je, waarop je vrienden en familieleden verschijnen. Met sommigen maak je contact en met je ouders spreek je af dat ze die middag op de thee zullen komen. Je vergeet ook je al jaren gestorven grootmoeder niet en stuurt haar een mail. Die wordt direct beantwoord, niet door haar zelf, maar door een programma dat haar stijl van schrijven imiteert. Met je virtuele vrienden chat je even.
-Op de televisie (hetzelfde scherm op de muur) die op al je voorkeuren is ingesteld, bekijk je het nieuws en een soapserie in 3d, zodat de acteurs om je cyberstoel dartelen. Eigenlijk vind je de serie wat flauw, dus je wijzigt sommige scènes en stelt een meer spannende cliffhanger in.
-Van dit alles word je een beetje moe, dus je zegt tegen je stoel: ‘gewichtloos’ en binnen een seconde zweef je in een foetushouding boven de zitting. Dan droom je weg over het verleden, toen mensen nog maar kort leefden en altijd bang moesten zijn voor vreselijke ziekten. De meeste ziekten worden nu voorkomen, en als dat niet kan, bestreden met nanomedicijnen, kleine partikels die gericht naar de zieke plekken in je lichaam gaan. Voor kanker ben je niet bang, want je bent al voor je geboorte gescreend op genen die ze zouden kunnen veroorzaken. Maar zou je toch iets krijgen, dan is men er snel bij, aangezien je gezondheid voortdurend wordt gemonitord door je huisraad en je kleding. Er zijn geen dokters meer, maar wel ziekenhuizen en onderzoekers. Die hebben vaccins tegen kanker ontwikkeld en ze kunnen van stamcellen elk gewenst orgaan laten groeien. Omdat je telomeren (uiteinden van de DNA-strengen) nauwelijks achteruitgaan, zet de veroudering slechts langzaam in. Je kunt wel honderdvijftig jaar worden; je ouders zijn al tegen de honderd.
-Op dat moment wordt er aangebeld en je daalt neer in je cyberstoel. Je huis is optimaal beveiligd, niemand kan inbreken. Maar dan komen je ouders al binnen; de irisscanner heeft de huisdeur voor hen geopend. Je vader en moeder ontvang je in je ‘real room’, een kamer zonder technologie. Daarom moeten jullie eerst de cyberpakken uitrekken en ouderwetse kleren aandoen. In die kamer zijn alle meubels vast van vorm, kleur en functie en je moet nog met de hand thee zetten voor je ouders. Jullie praten over de tijd dat alle huizen er zo uitzagen en over de jeugd van je ouders. Het valt je moeilijk om met hen te praten. Zij hebben nog veel feiten in hun geheugen, terwijl jij daar geen moeite meer voor doet; alle benodigde kennis kan immers direct elektronisch worden oproepen.
-Als je ouders vertrokken zijn, maak je de lekkere ovenschotel en kijkt nog even tv. Gedurende de reclames bestel je enkele zaken. Je hoeft er niet bang voor te zijn dat je teveel uitgeeft; je uitgaven worden automatisch gemonitord en beperkt. Alle betalingen voltrekken zich elektronisch; geld is totaal verouderd.
-Je krijgt slaap en maakt je klaar voor de nacht. De lichten in de kamer hoef je niet uit te doen. Er zijn geen lampen, de muur en de meubels geven licht. Alles gaat vanzelf uit, als je de ruimte verlaat. Er zijn geen gordijnen, het glas reageert op het buitenlicht. In de avond wordt het vanzelf donker en in de morgen weer doorzichtig.
-Je neemt afscheid van Douglas en gaat in bed liggen dat je met een zacht muziekje in slaap wiegt. De afloop van deze dag is in zijn geheel opgenomen; je elektronische levensloop zal zich morgen voortzetten. Dan zul je ook een rapport krijgen van je virtuele alter ego over het goede verloop van de conferentie.

GEVOLGEN VAN DIT ALLES:

-Er is geen verschil meer tussen echte en virtuele werkelijkheid; je omgeving is interactief en gepresonaliseerd.
-Tijd en plaats vervloeien geheel. Je kunt altijd overal heen in cyberspace.
-De omgeving verliest aan permanentie, alles kan van vorm en materiaal veranderen.
-Je werkt vanuit huis en hebt alleen door middel van je virtuele alter ego contact met collega’s die zichzelf ook alleen virtueel aan je presenteren.
- Je familie en vrienden kunnen echt, maar ook virtueel zijn. Je kunt virtuele kinderen en geliefden hebben.
-Omdat je zelden een echt iemand ontmoet, heb je geen stress of onenigheid door onvoorspelbare en niet welwillende (echte) mensen, maar je hebt ook geen sociale vaardigheden meer nodig. Met echte mensen kun je dan ook nauwelijks omgaan. Communiceren met hen is moeilijk, want je moet maar raden wat ze van je willen. Bovendien kan iedereen altijd aan alle informatie komen, andere mensen hebben je dus niets nieuws te vertellen.
-Je leeft heel lang, maar hebt niet een echt levensverhaal; wel wordt je hele leven opgenomen. De informatie is voor iedereen beschikbaar.
-Het verschil tussen privé en openbaar vervalt. Iedereen weet alles van iedereen. Big Brother is voortdurend aanwezig, maar niemand protesteert ertegen; je leeft in een exhibitionistische maatschappij. Privacy is een verouderd begrip.
-Terwijl je meestal alleen bent, voel je je niet eenzaam. Je maakt deel uit van een collectief, je bent een knoop in een groot netwerk. (zoals een mier in een mierennest).
-Je weet eigenlijk niet wie je bent. Je kunt virtueel zo van geslacht, huidskleur en leeftijd veranderen. Je persoonlijkheid wordt vloeiend.
- Het verschil tussen ‘silicon’ en’ carbon’ bestaat (bijna) niet meer.

KATALIN HERZOG

Dit is een bijdrage aan de discussie 'over de toekomst' in 2009.