donderdag 1 maart 2012

TEVEEL MYTHOLOGIE



Springtime (2011), de nieuwste film van Jeroen Eisinga, biedt wonderlijke beelden. De kunstenaar wordt geleidelijk door een zwerm bijen overwoekerd. Op het laatst bedekken ze zijn hele bovenlichaam en gezicht, zodat hij een zoemend standbeeld wordt. Maar dan doet hij toch één oog open, opdat wij weten dat hij nog leeft en voor ons lijdt.

Lijden doet Eisinga veel en graag. Als hij na jaren sappelen weer een goed kunstwerk heeft gemaakt, beklaagt hij zich in Volkskrant Magazine (24-12-2011) over zijn leven als veelgeplaagd kind en als arme kunstenaar. Vanwege die biografie is hij een voyeur geworden en is hij in dood en verderf geïnteresseerd. Een baantje erbij nemen is onmogelijk, want het kunstenaarschap vereist wel zestien uur studeren per dag! Maar hij is ervan overtuigd dat hij zeer goed werk maakt.

Hebben we hier met een zielenpiet te maken die door zijn jeugd getekend nu therapeutisch bezig is, of is het werk van Eisinga, ook onafhankelijk van zijn leven, de moeite waard? Op de website van het Stedelijk Museum Schiedam wordt hij door Wilma Sütö gekarakteriseerd als een ‘romanticus in de hedendaagse kunst’ die met Springtime een werk maakte ‘dat zich meteen verbindt met een web van andere beelden en zinnen die hun plaats hebben verworven in de kunst- en cultuurgeschiedenis’. Dit zijn echter associaties die bij het kijken naar het werk wijken voor ‘de rite zelf, de eenheid van man en dier’. Uit deze hooggestemde zinnen doemt inderdaad het romantische genie op, de bezorger van sublieme ervaringen, maar ook de mythische sjamaan die zich in de onderwereld waagt om mensen en dieren met elkaar te verzoenen.

Het lijkt mooi, maar zowel de biografische details als de projectie van vroegere betekenissen op het werk leveren wel valse beelden op. Terwijl nu iedereen zijn levensverhaal breed op de sociale media uitmeet en dagelijks sublieme ervaringen krijgt voorgeschoteld door thrillers, wordt de kunstenaar hier als een mythisch wezen, los van zijn eigen tijd, getoond. Is Eisinga wel zo’n romanticus of staat hij toch dichter bij de hedendaagse cultuur?

In het interview licht Eisinga het ontstaan van Springtime toe. Toen Sütö hem een solo-expositie beloofde, dacht hij: ‘Ik moet iets doen wat gevaar oplevert en zo de aandacht zien te pakken. Dan maak ik er later wel kunst van’. Naast kijken naar kunst willen mensen ook vermaakt worden en griezelen: ‘Zo is het helaas wel. En dat heb ik ze deze keer dan gegeven.’

Hoe is deze berekenende ‘pleaser’ te rijmen met het hoogstaande beeld van het genie? Waarschijnlijk hebben we hier met een kunstenaar te maken die put uit zowel zijn eigen leven en de kunstgeschiedenis als de hedendaagse cultuur; allemaal legitieme bronnen die op bijzondere wijze in kunstwerken verweven kunnen worden. Hij is geen zielenpiet, geen genie of sjamaan, maar een hedendaags iemand tussen naïviteit en berekening in, die wonderlijke werken kan maken die veel verder reiken dan de alledaagse thrillers. Nu nog iemand vinden die dit proces zonder een teveel aan mythologie kan opschrijven, zodat wij een beter beeld krijgen van Eisinga’s werk en kunstenaarschap.

KATALIN HERZOG


Deze column werd gepubliceerd in: KunstKrant, 16de jg., nr.2, 2012, p. 7.