zaterdag 29 juni 2013

ORAKELEN



Voorspellen van trends lijkt een mysterieuze gave. Alsof er nu nog orakels bestonden die in cryptische boodschappen de wil van de goden zouden doorgeven. Maar hedendaagse trendwatchers doen niets anders dan goed opletten en de belangrijkste signalen uit de cultuur samenvatten.

Dit soort orakelen heb ik altijd merkwaardig gevonden. Toch ga ik mij er aan bezondigen, blij dat ik eindelijk eens een trend voorbij zie komen. Ongeveer tien jaar geleden werd de beeldende kunst door een ijzig academisme gegrepen. Kunst moest verbonden worden met wetenschap, werd gelijkgesteld aan kennis, kunstenaars werden onderzoekers en konden een doctorsgraad behalen. Dit was een reactie op de te lang aanhoudende romantische ideeën die terecht doorbroken werden, maar men schoot ver door in zijn ijver om de kunst te intellectualiseren.

Terwijl er steeds meer kunstenaars een academische graad behalen, lijkt het tij in de kunstwereld gekeerd te zijn. Men verlangt weer naar warme, handgemaakte zaken en lijkt uitgekeken op de zoveelste ‘onzichtbare’ tentoonstelling. Goed te merken is deze trend op de recent geopende Biënnale van Venetië, The Encyclopedic Palace genoemd. Samensteller, Massimiliano Gioni nam de ideeën van de 17de eeuwse kunstkabinetten en de 18de eeuwse encyclopedieën ter inspiratie om allerlei fantastische zaken die mensen bij elkaar brengen en ideeën die zij in objecten vastleggen, te kunnen tonen. Hier zien we geen tot op de graat uitgeklede concepten, geen quasi wetenschappelijke experimenten, geen methodische onderzoekingen, maar voortbrengselen van de menselijke fantasie of die nu van outsiders, vergeten of juist actuele kunstenaars komen.

De encyclopedische opstelling heeft nog een air van ‘kunst is kennis’. Het lijkt echter tot de kunstwereld te zijn doorgedrongen dat die kennis niet voortkomt uit methodes, maar uit verwondering over de mogelijkheden van mensen in hun omgeving. Zoiets wil niet zeggen dat kunst niets met de rede te maken heeft; al werkende moeten kunstenaars steeds redelijke beslissingen treffen. Waar het om gaat is dat nieuwsgierigheid, verwondering en fantasie de basis voor alle kennis vormen en dat wetenschappelijke kennis slechts een specialisatie daarvan is.

De Nederlandse inzending op de Biënnale, het werk van Mark Manders, sluit wonderwel bij dit besef aan. Avro’s Kunstuur volgde zijn voorbereidingen en toonde een zeer geconcentreerde kunstenaar die zich in onbegrijpelijkheden hulde. Toch uitte hij geen wartaal; het kwam erop neer dat hij nieuwsgierig was naar de grenzen van zijn eigen denkvermogen. En dat is ook zeer boeiend, want wat kan een mens allemaal bij elkaar associëren, al delvend in zijn eigen geest en in reactie op zijn omgeving? Zoiets kan de kunst wel tonen, maar ook al leg je honderden kunstenaars in de CT-scanner, dan nog zie je hier niets van.

Assemblage en de installatie maken het werk van Manders modern, terwijl het handvaardige en vrij ruwe uiterlijk bij de hernieuwde belangstelling voor handarbeid aansluiten. De tentoonstelling Hand Made van Museum Booymans, waarin verschillende handvaardigheden werden getoond was hiervan een voorbeeld. Is dit nu pure nostalgie, waarvan wij de laatste tijd veel last hebben, of worden we eindelijk wakker om te zien dat we in een onmenselijke, plastic wereld leven?

De trendwatcher kan niet voorbij de trends kijken. Hij kan niet zien wat de kentering op de Biënnale en de aandacht voor handvaardigheid echt betekenen. Gaat het om inzicht in wat voor ons echt van belang is? Of betekent dit het einde van kunst en kunstenaar, zoals we die kennen, aangezien mensen van alles bij elkaar konden/kunnen fantaseren en knutselen? Deze ‘trendwatcher’ weet het net zo min als alle anderen. Zij orakelt maar voort om uiting te geven aan datgene wat zij in kunst en cultuur voor wenselijk acht.

KATALIN HERZOG

Gepubliceerd in KunstKrant, 17de Jg., nr.4, juli/augustus, 2013, p. 11.