dinsdag 2 mei 2017

DE KUNSTENAAR ALS SISYPHUS


*

Gewoonlijk kun je niet in iemands hoofd kijken, maar dat lukt bijna in de film Het Zelfonderzoek (2017), onlangs bij Close Up vertoond. Die gaat over de beeldhouwer Folkert de Jong, die na een heftige periode van internationaal succes, zich afvraagt wie hij als mens en kunstenaar is. Documentairemaakster Carin Goeijers koos de canon als vorm voor de film waarbij De Jong gelijktijdig een monologue intérieur houdt en met anderen in gesprek is over de afgelopen tien jaar van zijn carrière.

Vanaf 2004 begon De Jong het steeds beter te doen in de kunstscene en het duurde niet lang voordat hij over de hele wereld exposeerde. Het werk waarmee hij beroemd werd, was dan ook bijzonder. Met behulp van isolatiematerialen, die in de bouw gebruikt worden, construeerde hij vertellende scènes met personages die de menselijke conditie verbeelden. Dit werk was zowel herkenbaar als paradoxaal door de combinatie van naturalistische figuren, groteske situaties, gewone materialen in zuurstokkleuren en diepzinnige onderwerpen. Geen wonder dat de internationale kunstwereld toehapte. Maar daar hing wel een dubbel prijskaartje aan.

De Jong vertelt in de film dat soms al voor de opening van een tentoonstelling alle werken verkocht waren en dat grote verzamelaars de vraagprijs zelfs overboden. Wat moest hij met al dat geld? Hoe het precies gebeurde, zegt hij niet, maar kennelijk was de vraag zo groot dat hij zich liet overhalen om een gigantisch pand te kopen en daarin een kunstbedrijf te vestigen. Terwijl hij eerst alleen werkte, had hij nu medewerkers, veel hebberige kopers en een grote hypotheek. Een poos floreerde de kunstproductie, maar er kwamen interne ruzies en toen de financiële crisis zich in 2014 (verlaat) in de kunstwereld manifesteerde, zat hij met grote schulden waarop begin 2016 het faillissement volgde.

Tijdens zijn artist talks – op YouTube te zien – is van een geestelijke crisis niets te merken. De Jong praat geestdriftig over zijn werk, diens bronnen en veranderingen. Zijn beelden worden kleurrijker, de personages meer afzonderlijke beelden en hij begint nu ook brons te gebruiken. Al met al lijkt zijn werk traditioneler te worden, maar het is moeilijk te zeggen waaraan dat ligt. Zelf wijt hij het aan de veranderende tijden, maar in de film erkent hij dat hij zijn ogen sloot voor het grote gevaar, namelijk de gerichtheid op geld. Heeft De Jong toegegeven aan de smaak van de kopers, opdat er meer geld binnenkwam of leidde zijn artistieke ontwikkeling hem vanzelf naar de traditie? Dit blijft onduidelijk. Wel is te merken dat zijn motieven afhankelijker worden van de kunstgeschiedenis en dat zijn associaties bijna ongecontroleerd over elkaar buitelen.

In de film vraagt hij zich af wat er nog van hem over is en wat zijn taak als kunstenaar is. Zijn beste werk maakte hij voordat hij bekend werd en hij wil naar dat begin terug. Hiervoor concentreert De Jong zich niet alleen op zijn geest, maar ook op zijn lichaam door het maken van twee zelfportretten. We zien hoe de eerste in een materiaal wordt afgegoten, dat in water uitzet en langzaam vergaat en de tweede in brons wordt vereeuwigd, maar wel een tragische figuur met narrenkap toont. Ondertussen zijn we getuige van zijn op- en neergaande stemmingen. De vergankelijkheid wil hij onder ogen zien en daaruit hoop putten en hij wil voortaan ook alle grenzen overschrijden.

Folkert de Jong komt in de film over als een moedig mens en hij is een goede kunstenaar. Het is jammer dat hij zo te pakken is genomen door de oververhitte en nietsontziende ‘kunst-economie’. Nu werd hij, net als de mythologische Sisyphus, ertoe veroordeeld om een enorme steen de berg op rollen. Maar op het toppunt dendert de steen weer naar beneden en moet hij steeds opnieuw beginnen. Je zou wensen dat De Jong de berg links liet liggen en de vallei verkende om daar in alle rust zich verder te ontwikkelen. Voorlopig lijkt het daar niet op. Op 22 april opende in het GEM (Den Haag) zijn tentoonstelling Wierd Science waarin hij zich in een groot avontuur stort. Was het zelfonderzoek tevergeefs en is hij de weg kwijt? Of heeft De Jong zijn tragische rol aanvaard om ons met zijn werk te laten zien dat wij allen Sisyphus zijn? Dat zou tegelijk een feit en een waarschuwing zijn.

KATALIN HERZOG

* Guercino, Sisyphus, 1636.

Deze column werd gepubliceerd in de KunstKrant 21ste jg. nr. 3, mei/juni 2017, p. 11.